Cleen tractaet fan da saun zelanden

Klein traktaat van de zeven zeelanden

  1. Hyr bigint een cleen tractaet fan da saun zelanden des gansen landis fan Freesland mei syn tobiheer ende eylanden.

    Hier begint een klein traktaat van de zeven zeelanden van het ganse land van Friesland met zijn toebehoren en eilanden.

  2. Dat aerste zeland, dat is Westfreesland bi dio oder sida des zees, alse Hoern, Enchusen, Medenblic, etc., hwelc di grewa fan Holland him haet onderdenich maked haet alderaerst.

    Het eerste zeeland is West-Friesland aan de andere kant van de zee, dus Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, enz., hetwelk de graaf van Holland als eerste aan zich onderdanig heeft gemaakt.

  3. Dat oder is streckende fan Starem to Liouwerd, alse Westergo1 ende Doyngaweerfstal, Weimbritse, mit al hyara toebiheer.

    Het tweede strekt zich uit van Stavoren tot Leeuwarden, dus Westergo en Doniawerstal, Wymbritseradeel, met al hun toebehoren.

  4. Dat tredde is heten Aestergo, mei al Smellingaland, Boerndeel, foerd meer Handmare, Haskerwald, dae neersta Walden ende Rauwerde, Aetzespel ende Colmerland. Disse twa zeelanden, als dat oder ende dat tredde, sint eta fry ende oers neen hera bicannet bihalua diin keyser des Roemschen Rikes. Mer ontellika schada ende manich oenfiuchtinga, ende grata bloedstirtingha, habbet disse landen lith om dine frydoem to bischyrmen, hwelck hem is ioun fan dine grata koninck Kaerl, ende deer to manich sueer striden habbet slain ienst dine grewa fan Holland om hiara land to bischyrmen.

    Het derde heet Oostergo, met heel Smallingerland, Boorndeel, verder Haudmare, Haskerland, de Lage Wouden en Rauwerderhem, Achtkarspelen en Kollumerland. Deze twee zeelanden, namelijk het tweede en het derde, zijn nog vrij en erkennen geen andere heer dan de keizer van het Roomse Rijk. Maar onnoemelijke schade, vele aanvallen en groot bloedvergieten hebben deze landen geleden om de vrijheid te beschermen, die hun is gegeven door de grote koning Karel, en daartoe hebben zij veel zware strijd gestreden tegen de graaf van Holland om hun land te beschermen.

  5. Dat fierde2 is Stellinghwerf, Scoterwerf, Kunersyl, Geethorn, Fullenhoef, Steenwyck ende al Drentland. Dit zeland haet bituongen di biscop fan Vtrecht, als Drent, Steenwyc, Fullenhoef, Geethorn ende Kunersyl. Mer Stellinchwerf, Schoterland, disse twa sint eta fry. Ende grata anfiuchtinga mit grata orlogen, deer hia habbet hand toienst dat sticht fan Vtrecht.

    Het vierde is Stellingwerf, Schoterwerf, Kuinderzijl, Giethoorn, Vollenhove, Steenwijk en geheel Drenthe. Dit zeeland heeft de bisschop van Utrecht bedwongen, zo Drenthe, Steenwijk, Vollenhove, Giethoorn en Kuinderzijl. Maar Stellingwerf, Schoterland, deze twee zijn nog vrij. En grote aanvallen met grote oorlogen hebben zij gehad van het Sticht Utrecht.

  6. Dat fyfte zeland is Langwald, Freedwald, Humers, Mydach, Husinga, Fywellingha3, Groninghen, Aeldambecht, Reyderland, Uesterwald mey al da walden, deer aldeer bi lidset tuisscha da Eemse ende Westfalen. Dat maeste deel fan disse zelanden is eta fry, ende sommich sint onderdenich ioncker Kene ende grewa Vlrick, ende sommich sint da Groninghera onderdenich.

    Het vijfde zeeland is Langewold, Vredewold, Humsterland, Middag, Hunsingo, Fivelgo, Groningen, Oldambt, Reiderland, Westerwolde met al de wouden, die daarbij gelegen zijn tussen de Eems en Westfalen. Het grootste deel van deze zeelanden is nog vrij, en sommige zijn onderdanig aan jonker Keno en graaf Ulrich, en sommige zijn de heren van Groningen onderdanig.

  7. Dat sexte zeland is Eemda mit al Eemderland, Brokmereland, Aurikerland, Aesterghaland, Heerlingerland ende Dole, Noerderland mei syn toebiheer. Ende dit edel zeland, deer ryckst was ende fruchtbaer, huelck ioncker Kene fan Broeckmerland, een neifolger syn faders ende broders in boesheed ende mei quaedheed dit land bituong, ende makese eerm wrmits zeeraweren, ende hi spared gastelyck ner wraldsch ende was boes in alle tinghum, ende wt da tzerken naem hi al dat ield ende clenodien, deer hi dat stryd mei feerd.

    Het zesde zeeland is Emden met geheel Emderland, Brookmerland, Auricherland, Astringen, Harlingerland en Norderland met zijn toebehoren. En dit edele zeeland, dat het rijkste was en vruchtbaar, welke jonker Keno van Brookmerland, een navolger van zijn vader en broer in boosheid en met kwaadheid dit land bedwong, en maakte het arm door zeeroverijen. En hij spaarde geestelijk noch werelds en was boos in alle dingen, en uit de kerken nam hij al het geld en kleinoden, waarmee hij de strijd voerde.

  8. Dat saunde4 zeland is Rustringaland, Winingaland ende Buthiaingheraland, huelc land bisith Sibolt, Ede soen, ioncker Kene suager. Item Owerlengerland, Moermerland ende Lingen, dat sint delen disser zelanden, huelc ioncker Kene aec bituongh, ende Focke Ukema disse tria landen fan Keno bileende. Ende neen landishera ne mochte disse zelanden bituinga, bihala disse Focke vorscrioun. Item Segelterland is aec een deel fan disse saun5 zelanden ende iout tribuet ende schat den biscop fan Munster. Ende Scheedland, Haedelreland, Wymderland wr dio Wesere, sint aeck delin fan disse saun6 zelanden, disse haet bituongen di biscop fan Bremen, mer Dithmers is eeta oenbihinderd.

    Het zevende land is Rüstringen, Wangerland en Butjadingerland, welk land bezit Sibolt, de zoon van Edo, de zwager van jonker Keno. En ook Overledingerland, Moormerland en Lengenerland zijn delen van deze zeelanden, welke jonker Keno ook bedwong, en Focko Ukena beleende deze drie landen van Keno. En geen landheer mocht deze zeelanden bedwingen, behalve deze voormelde Focko. En ook Saterland is een deel van deze zeven zeelanden en geeft tribuut en schatting aan de bisschop van Münster. En Stadland, Land Hadeln, Wigmodia over de Wezer zijn ook delen van deze zeven zeelanden, deze heeft bedwongen de bisschop van Bremen, maar Dithmarschen is nog met rust gelaten.

Brontekst: Freeska Landriucht (D/Oude druk), p. 178-179.
Transcriptie, vertaling en bewerking: Bouwe Brouwer

1D: Westergn

2D: iiii

3D: Sywellingha

4D: vii

5D: vii

6D: vii